CODA Museum in Apeldoorn toont van 1 november tot en met 24 januari een overzicht van het recente werk van de Duitse sieraadontwerper Dorothea Prühl in de tentoonstelling Ornament & Sculptuur.
De sieraden van Dorothea Prühl zijn zonder uitzondering monumentaal, sculpturaal en technisch met grote precisie en vakmanschap vervaardigd. Hout, titanium, goud, zilver, roestvrij staal en aluminium zijn de materialen die zij bij voorkeur gebruikt en in de loop der jaren is die voorkeur nauwelijks veranderd. Puur, kwetsbaar en monumentaal tegelijk, de sieraden van Dorothea Prühl spreken een geheel eigen taal; een unieke beeldtaal, die ook van betekenis is (geweest) voor haar studenten en collega’s.
De halssieraden van Dorothea Prühl balanceren op de scheidslijn tussen het figuratieve en het abstracte en dragen titels als Motten (2012), Vögel (1974) en Tiere (1997). Door de orginele vorm te reduceren en te abstraheren, is het eindresultaat niet eenvoudig te herleiden naar de oorsprong. Toch heeft Prühl naar eigen zeggen die oorspronkelijke vorm, vaak uit flora en fauna, nodig als uitgangspunt en inspiratie. Prühl heeft een duidelijke voorkeur voor het halssieraad en haar verrassend ‘simpele’ vormen zijn monumentaal van formaat, met hoeken en rondingen die een verstilde schoonheid uitstralen, terwijl de ritmiek van de vormen een haast magische kracht heeft.