Al weer bijna twintig jaar leidt Ben van Helden de Academie voor Edelsmeden in Zeist. De laatste tien jaar samen met zijn zoon Tobias. Dat deze particuliere beroepsopleiding behoorlijk aan de weg timmert, blijkt wel uit de honderdste afgestudeerde edelsmid: Manon de Groot. De docenten en Manon vertellen wat deze opleiding bijzonder maakt.

Verborgen in een jarendertigwijk in Zeist ligt de Academie voor Edelsmeden. Een knus, maar volledig ingericht atelier/leslokaal, waar Ben en Tobias ook hun atelier hebben. Beide mannen zijn edelsmid/kunstenaar. Vader Ben studeerde in 1971 af aan de Vakschool in Schoonhoven en kwam terecht bij edelsmid Jan Noyons in Utrecht. Daar leerde hij het vak in al zijn facetten, onder andere door het maken en restaureren van grote kerkelijke objecten. Hij begon later zijn eigen atelier in Utrecht en ging cursussen edelsmeden geven. ”Daaruit is in 2006 de Academie voor Edelsmeden ontstaan”, vertelt Ben. “Als ik eerlijk moet zijn is het een idee van mijn vrouw, Erna van Pelt, die ook kunstenares is. Er kwamen vaak leerlingen naar me toe, die vroegen of we niet wat dieper op de stof konden ingaan. Zo gezegd zo gedaan. We zijn begonnen met een pilotgroep van acht leerlingen en we hebben de cursus uitgebouwd tot een volledige beroepsopleiding met zes modules, inclusief het maken van een meesterstuk als afstudeerobject. Dat was meteen een succes. Alle acht zijn afgestudeerd en werken inmiddels al weer jaren als edelsmid. Toen we in 2008 een groter pand konden kopen zijn we naar Zeist verhuisd. Een prima bereikbare locatie, waar je nog gewoon voor de deur kunt parkeren.”

Kunsthart
Hoewel zoon Tobias al van jongs af aan in het atelier rondliep en zijn vader met van alles hielp, was het voor hem niet meteen duidelijk dat hij ook het vak in wilde. “Ik heb eerst uitstapjes gemaakt in de journalistiek en de pedagogiek”, zegt Tobias. “Er is nooit druk op mij gelegd dat ik in mijn vaders voetsporen moest treden. Ik ben er zelf achter gekomen dat ik in de kunst verder wilde. Ik fotografeerde en schilderde veel en ben aangenomen op de kunstacademie. Toch ging dat niet door omdat ik al twee studies achter de rug had en een lang-studeer-boete moest betalen. Toen zei Ben: ‘moet je eens kijken wat hier allemaal staat’. Al die tijd lag het eigenlijk recht voor mijn neus. Ik ben toen in snel tempo de Academie voor Edelsmeden gaan doen en als zelfstandig edelsmid aan de slag gegaan. Inmiddels werk ik al weer tien jaar als docent en heb ik hier ook mijn eigen atelier waar ik sieraden ontwerp en maak.”

Vrijheid
Er is dus voldoende ervaring met het ambacht aanwezig op de academie. “Dat maakt het ook zo leuk”, vertelt Manon. “Je kunt altijd alles vragen en samen kom je dan tot een antwoord. Want het is de bedoeling dat je het zelf ontwerpt en maakt. Soms gaat dat misschien niet met het materiaal dat je hebt uitgezocht. Maar gezien alle ervaring die hier aanwezig is, komt er altijd een oplossing. “Het is juist die vrijheid van ontwerpen en creëren, die we hier zo belangrijk vinden”, stelt Tobias. “Wij kijken eigenlijk nooit naar wat er al op de markt is aan sieraden. Wij vinden dat je het blanco moet benaderen. Je moet uniek zijn in dit vak om je te onderscheiden van de rest.” Ben: “Ik zeg altijd, je moet een kunstwerk maken dat toevallig om je vinger past.” Manon licht toe: “Juist die vrijheid vond ik heel fijn. Ik kon alles maken wat ik wilde, zonder in een hokje te worden geduwd.”

Eigen tempo
“De beroepsopleiding duurt gemiddeld tweeënhalf jaar’, vertelt Ben. “Maar je mag er ook langer over doen, maximaal vier jaar. Er zijn in totaal zes modules die je moet doorlopen, inclusief het maken van een meesterstuk waarop je afstudeert. Iedere module eindigt met een certificaat.”
“Het accent ligt bij ons op het praktijkonderwijs. Uiteraard geven we ook theorie in materiaalkennis, techniek, bedrijfsvoering, boekhouding etc. Een groot deel daarvan kun je ook thuis bestuderen. Dat vraagt wel de nodige discipline. Vandaar dat we ons eigenlijk vooral richten op leerlingen van 25 jaar en ouder. Vaak zijn dat mensen die al een baan hebben en er iets naast willen doen.” Dat geldt ook voor Manon die een eigen zaak heeft in interieur- en productontwerp. Zij ontwerpt concepten voor hotels, restaurants en kantoorpanden. Vanwaar haar keuze voor deze opleiding? “Ik wilde heel graag iets van A tot Z maken. Nu ontwerp ik alleen concepten, anderen doen de uitvoering. Een hele sieradenlijn zelf ontwerpen en ook uitvoeren, geeft me een enorme kick.”

Individueel
“Juist omdat we klein zijn – er kunnen maximaal twaalf leerlingen tegelijk in ons lokaal – is het onderwijs individueel. Wij kunnen leerlingen persoonlijk begeleiden”, aldus Tobias. “De lijntjes zijn hier kort. Als blijkt dat er in het lesprogramma iets niet loopt, kunnen we dat makkelijk aanpassen. Bureaucratie kennen we hier niet.” Of er toezicht is op onze opleiding? “We staan ingeschreven bij het CRKBO (Centraal Register Kort Beroeps Onderwijs, red.). Iedere vier à vijf jaar kijkt het CRKBO of we voldoen aan de kwaliteitscode voor opleidingsinstituten in kort beroepsonderwijs. Dat is tot op heden altijd goed verlopen.”
“We vinden het wel jammer dat we een wachtlijst hebben”, zegt Ben. “Er zijn meer aanvragen van leerlingen, dan plaatsen. Dat is dan weer het nadeel van kleinschaligheid.”

Meesterstukken
Nu de honderdste leerling is afgestudeerd, puilt de kast in het atelier uit van de boeken met meesterstukken. Alle studenten schrijven een verantwoording bij het meesterstuk dat ze maken. “Wij geven leerlingen acht maanden de tijd voor het maken van een meesterstuk. Dat kan een enkel stuk zijn, bijvoorbeeld een ring, een collier of een kunstwerk, maar ook een volledige collectie.” De meesterstukken worden naast Ben en Tobias beoordeeld door onafhankelijke externe edelsmeden. “Ze moeten voldoen aan strenge eisen”, vertelt Ben. “Het moet technisch helemaal kloppen. De kwaliteit moet goed zijn. En het allerbelangrijkste is dat het uniek moet zijn. Plagiaat is uit den boze. Daar zijn we heel streng op.”

Manon ontwierp een hele collectie als meesterstuk. Ringen, armbanden en oorbellen in zilver, goud, en zilver met goud gecombineerd. Aan haar ontwerpstijl is af te lezen dat ze van strakke architectonische lijnen houdt. “Dat is toch wel een beetje beroepsdeformatie”, geeft ze lachend toe. “Ik heb in het begin geprobeerd om dat los te laten. Maar het past bij mij. Dit is wie ik ben en dat wil ik in mijn ontwerpen laten zien.” Manon gaat naast haar bedrijf in interieur- en product ontwerpen, als edelsmid werken. Haar bedrijf heet MAAT Edelsmid. De collectie van Manon staat sinds eind januari online.

www.academievooredelsmeden.nl, www.maatedelsmid.nl

Dit artikel is gepubliceerd in Edelmetaal februari 2025
Tekst: Thea van Setten
Foto’s: Maurits van Hout