Op school leer je de basis van je vak, maar pas tijdens een stage merk je hoe breed de dagelijkse praktijk is. Bijvoorbeeld bij de Haagse winkel/werkplaats The Course of Time, waar Jitsko Vrieze graag zijn passie voor klokkenmaken overdraagt op de nieuwe generatie.

“Mijn eerste stagiaire benaderde me een aantal jaren geleden zelf. Ze wilde meer leren over onderhoud en reparatie van grootwerk. Zulk eigen initiatief, daar houd ik van. Ik heb geen klik met iemand die zegt: ‘Ik moet stage lopen voor mijn opleiding, zeg maar wat ik moet doen’. Ik heb een enorme passie voor mechanische uurwerken en vind het mooi om mijn kennis over te dragen. Ook omdat ik het heel belangrijk vind dat er meer uurwerkmakers bijkomen.”

Een plan maken
“Tijdens je stage begin je met meters maken. Het vak leren door het heel veel te doen. Voor ze beginnen laat ik nieuwe stagiairs een lijstje maken van het soort uurwerken dat ze willen herstellen. Daardoor moeten ze nadenken over wat ze bij mij komen doen en wat ze belangrijk vinden. Vervolgens vraag ik hen om een plan te maken. Welke klokken ze de komende maanden willen repareren en binnen hoeveel tijd ze dat gedaan willen hebben. En dan probeer ik dat samen met hen voor elkaar te krijgen. Ik heb overigens niet altijd stagiairs. Het hangt er vanaf wie zich meldt. Weer die motivatie hè!”

Vrij
“Pas als ze dat stageplan hebben, kunnen ze bij mij beginnen. Maar vanaf dat moment laat ik ze heel vrij. Ze krijgen een klok uit de winkelvoorraad en mogen die gaan repareren. Ik observeer hoe het gaat. Wanneer het nodig is geef ik tips of beantwoord vragen. Soms lopen ze vast. Blokkeren ze. Dan ben ik wat voorzichtiger. Ik zeg: ‘Wat zou je zelf kunnen bedenken om het op te lossen?’ Als het echt niet gaat help ik ze natuurlijk verder. Ik geef ook weleens theoretische opdrachten. Zo berekende een stagiaire voor een klok waarvan de slinger ontbrak de vereiste slingerlengte en maakte vervolgens een hele nieuwe, van begin tot eind.”

Zelf nadenken
“Elke dag evalueren we. Wat vond je makkelijk, wat vond je moeilijk? Wat vond je leuk? Ik creëer een sfeer waarin ze zich vrij voelen om te vragen en, opnieuw, zelf na te denken. Toen ik ooit stage liep bij de legendarische meneer Gaemers* gaf hij me ook dat vertrouwen. Uiteindelijk ben ik door hem mijn bedrijf hier op het Noordeinde gestart. Dat vertrouwen en de liefde voor het vak geef ik graag door aan anderen.”

Eigen atelier
“Wat me heel erg opvalt is, dat klokkenmakers zelden iemand in dienst nemen. Een eigen atelier beginnen is daarom al snel een logische stap. Maar zelfs met uitmuntende vakkennis alleen red je het niet. Je moet ook weet hebben van de administratieve processen die erbij horen. Van kostprijsberekening, een offerte maken en een factuur schrijven. Je moet kunnen omgaan met klanten, een verkoopgesprek voeren, aan marketing doen. Ook op die gebieden probeer ik mijn stagiairs wat mee te geven.”

Sexyer
“Belangrijk is natuurlijk dat ze op school al over ondernemerschap leren. Daarom was ik betrokken bij het vormgeven van het nieuwe kwalificatiedossier voor de Vakschool via de SBB, de Samenwerkingsorganisatie Beroepsonderwijs Bedrijfsleven. We hebben heel wat vergaderd over hoe het leerprogramma er in de huidige tijd uit moet zien. Met ingang van dit schooljaar is Ondernemerschap daarvan voortaan een nieuw vast onderdeel. Verder hebben we de uitstroomrichtingen sexyer gemaakt. Dus in plaats van de wat stoffige keuze tussen grote klokken of horloges kunnen leerlingen kiezen voor de richting luxury specialist, designer of restauratie/conservatiespecialist.”

Vakschool
“Af en toe organiseert de Vakschool een Praktijkbegeleidersdag. Dat vind ik leuk. Praten met anderen die hetzelfde doen en van elkaar leren. Elke stagiair heeft ook altijd een docent als contactpersoon, bij wie ik wanneer nodig terecht kan voor overleg. Waarom ik zoveel tijd besteed aan Praktijkbegeleider zijn? Het is natuurlijk altijd gezellig om samen aan het werk te zijn. Maar ik wil ook helpen om zoveel mogelijk nieuwe klokkenmakers op te leiden, zodat het beroep blijft leven. Enthousiasme kweken en het vak weer laten groeien. De huidige groep uurwerkmakers komt om in het werk. Voor de nieuwe generatie ligt de markt open.”

Dit artikel is gepubliceerd in Edelmetaal december 2024.
Auteur: Wilmie Geurtjens
Foto: Maurits van Hout

*Antoon Gaemers (1949-2020) was de vierde uurwerkgeneratie Gaemers aan het Noordeinde in Den Haag. Hij was in het bijzonder gespecialiseerd in mechanische uurwerken en internationaal bekend als kenner op het gebied van chronometrie.