Hoe sluit de opleiding tot uurwerktechnicus aan op de vraag van de arbeidsmarkt? Met welke trends heeft de branche te maken? In opdracht van het Meld- en expertisepunt specialistisch vakmanschap van SBB en de Federatie Goud en Zilver (FGZ) deed Rijnland Advies een arbeidsmarktverkenning. SBB neemt de uitkomsten mee in de actualisatie van het kwalificatiedossier.

Vakschool Schoonhoven is de enige school in Nederland die mbo-studenten opleidt tot goud- of zilversmid, juwelier of uurwerkmaker. De school maakt deel uit van Zadkine, dat goed is voor 200 mbo-opleidingen in de regio Rotterdam. Hoofddocent Uurwerktechniek Hilbert Katuin is een van de eersten die de arbeidsmarktverkenning leest, net als directeur en secretaris van de FGZ Patrick Thio en bestuursvoorzitter van Zadkine Marloes de Vries.

“Het is belangrijk voor studenten dat regelmatig een arbeidsmarktverkenning plaatsvindt”, zegt Hilbert. “We willen tenslotte dat de vakmensen van morgen onderwijs krijgen dat ze voorbereidt op de toekomst van morgen. Als we niet meebewegen met de branche die steeds sneller verandert, dan leiden we op voor de vakmensen van gisteren. Dat wil je natuurlijk niet. Een voorbeeld van zo’n verandering in de horlogebranche is de opkomst van microbrands, kleine onafhankelijke merken.”

Maakvaardigheid
Grote horlogemerken verkopen al heel lang heel goed, zeker de dure gewilde merken. “Dat zijn soms complete investeringen”, vervolgt Hilbert. “Wat je nu ziet, is dat de verzamelmarkt groter wordt. Echte liefhebbers trekken steeds meer geld uit voor onbekende nichemerken. Zo’n bedrijfje begint met één persoon die met de hand het horloge maakt. Dus de maakvaardigheden van studenten, het vervaardigen van onderdelen en het afwerken naar het niveau van de branche vormt een steeds groter aandeel.”

Het onderwijs springt al in op de ontwikkelingen, maar Hilbert is blij dat de arbeidsmarktverkenning nog eens extra duidelijk maakt hoe belangrijk maakvaardigheid is. “Denk ook aan verspanen, het maken van eigen gereedschappen of onderdelen voor horloges of klokken. Als je een horloge krijgt aangeboden dat misschien wel 100 jaar in de familie is, dus met een enorme emotionele waarde, en er zijn geen onderdelen meer voor te krijgen, dan kun je die vaardigheid toepassen.”

Stages en leerbanen
Kennisoverdracht vindt Hilbert om nog een andere reden van belang. “De branche is behoorlijk vergrijsd”, ervaart hij. “Daar zit een enorme hoeveelheid kennis die we willen vasthouden. Een uurwerktechnicus gaat nu eenmaal niet tot z’n 150e door. Dus de samenwerking om kennis over te dragen in de vorm van stages en leerbanen wil ik heel graag benadrukken. Als je de kennis van ervaren vakmensen weet te koppelen aan de kennis van morgen, dan heeft de student straks het beste van twee werelden.”

Wat maakt de opleiding Uurwerktechniek zo ontzettend mooi? Hilbert: “Het geeft een enorme voldoening als je de werkdag begint met een stilstaande klok en het lukt uiteindelijk om die binnen de toleranties weer te laten lopen. Komt je klant dat stuk weer ophalen, dan zie de blijdschap en voel je echt eer van je arbeid. Dat gun ik al onze studenten. Werken met je handen en voldoening ervaren van je arbeid, naast natuurlijk een goed salaris. Fantastisch als je van dit vak mag leven!”

Basis voor onderwijs en leven lang ontwikkelen
Patrick Thio is directeur en secretaris van de FGZ en lid van de sectorkamer Specialistisch vakmanschap van SBB. Een grote verandering die hij ziet is het gemak waarmee vakmensen tegenwoordig aan informatie en bepaalde onderdelen komen. “Op internet zijn leveranciers wereldwijd bereikbaar. Dus wil je iets voor jezelf beginnen, dan kun je je eenvoudig oriënteren. De opkomst van microbrands sluit daarop aan. Waar we eerst sterk waren gefocust op reparatie, richten we ons nu mede op productie.”

Ook het belang van ondernemerschap is sterk toegenomen. “We hebben het zzp’en in de branche al meer dan honderd jaar geleden uitgevonden”, weet Patrick. “De juwelier die voor anderhalve dag werk had voor een horlogemaker besteedde geen dure vierkante meters aan een atelier. Maar nu denkt die thuiswerkende horlogemaker: waarom zou ik niet zelf de consument benaderen, in plaats van voor een paar vaste opdrachtgevers te werken? In een open atelier geeft juist mijn ambacht me een enorme plus!”

Vintagehorloges
De derde verandering die Patrick interessant vindt en die hij ook in de arbeidsmarktverkenning terugziet is de opkomst van vintagehorloges. “De consument vindt dat leuk, die gaat steeds meer verzamelen. Dat kunnen ook Japanse Seiko’s zijn, niet per se Zwitserse Rolexen. Voor de student betekent het dat je op een andere manier met die klant moet meedenken. Wat ga ik doen aan dit oude horloge? Ga ik het helemaal nieuw maken of wil ik juist dat bijzondere vintageaspect behouden, de patina?”

Hoe denkt Patrick over de kritische noten in de arbeidsmarktverkenning? “Enerzijds moeten we ervoor waken dat we geen incidenten uitvergroten en is het aan ons om bedrijven voldoende informatie te geven, bijvoorbeeld over wat je van een student mag verwachten. Anderzijds vind ik het opnieuw leuk om te zien dat zoveel mensen bereid waren om positief-kritisch, opbouwend mee te denken. Het rapport geeft goede suggesties die Vakschool Schoonhoven actief zal oppakken.”

No-brainer
Marloes de Vries is bestuursvoorzitter van Zadkine en voorzitter van de thema-adviescommissie Kwalificeren en examineren van SBB. Ook zij leest als een van de eersten de arbeidsmarktverkenning. “Als onderwijs zijn we deels afhankelijk van de arbeidsmarkt zelf”, legt ze uit. “Daarom is zo’n verkenning superbelangrijk, zeker ook voor het onderhoud van de kwalificatiedossiers of het starten van nieuwe trajecten. Dat we zo’n rapport laten opstellen is voor mij een no-brainer.”

Een van de vragen die aan de orde komen is of de juiste taken in de opleiding worden behandeld. Marloes: “In het algemeen zijn de deskundigen daar tevreden over. Wel moeten we letten op het nevenwerk, de kleine dingen rondom service en montage, zoals het vervangen van een pakking of het persen van een glas. Wat dat betreft vind ik het belangrijk dat er een goede interactie bestaat tussen de praktijkdeskundigen en onze docenten.”

Samenwerking heel hard nodig
Voor het perspectief op de arbeidsmarkt concludeert Rijnland Advies onder meer dat er toekomst ligt in het kleinwerk, waarbij maakvaardigheid en ondernemerschap belangrijk zijn. In het grootwerk zijn er carrièremogelijkheden doordat het aantal ondernemers krimpt en het werkaanbod gelijk blijft. 64% van de bedrijven typeert de kans op werk voor gediplomeerden van Vakschool Schoonhoven in de aankomende twee jaar als goed of zeer goed. De kans op werk over 3 tot 5 jaar wordt grofweg even gunstig ingeschat.

“Het is heel belangrijk dat we vakmensen opleiden voor uurwerktechniek”, besluit Marloes. “Ik ben dan ook ontzettend trots op de collega’s die dit trekken en zulke goede kwaliteit leveren. Tegelijk merk ik op dat we de samenwerking met de arbeidsmarkt echt heel hard nodig hebben om deze opleiding in stand te houden, onder andere in de vorm van sponsoring. Deels gebeurt dat ook. Daarom markeer ik deze arbeidsmarktverkenning met dikke gouden strepen.”

Lees de samenvatting of bestel het volledige rapport
Wilt u meer weten? Lees de samenvatting van de arbeidsmarktverkenning. Ontvangt u graag het volledige rapport? Stuur een bericht naar v.vijn@s-bb.nl.

De arbeidsmarktverkenning is mede mogelijk gemaakt door de stichting Klein en Uniek Specialistisch Vakmanschap (KUSV).