Juweliers die handelen in gebruikte sieraden, kunnen onder voorwaarden gebruikmaken van een aparte BTW-regeling, de zogeheten margeregeling. Deze regeling komt er in feite op neer dat er geen BTW berekend wordt over de verkoopprijs, maar over de winstmarge: het verschil tussen de verkoopprijs en de inkoopprijs.

Als een ondernemer een artikel verkoopt aan een andere ondernemer, dan levert hij dat met BTW. De BTW wordt berekend over de inkoopprijs en winstopslag van dat goed. De koper betaalt BTW, maar trekt deze ook weer af. Bij doorverkoop van het artikel berekent ook hij BTW over zijn inkoopprijs en winstopslag. De BTW komt uiteindelijk terecht bij iemand die deze niet meer kan aftrekken: een particulier (een consument bijvoorbeeld).

Margeregeling
Wordt het goed echter ingekocht van een particulier, dan zit in de inkoopprijs ook de niet-afgetrokken BTW. Als daarover ook weer BTW wordt berekend, is er sprake van dubbele heffing: er wordt BTW berekend over BTW. Om deze dubbele heffing te voorkomen, kent de BTW-wetgeving een regeling voor gebruikte goederen: de zogenaamde margeregeling. Ondernemers die de margeregeling gebruiken, berekenen de BTW niet over de verkoopprijs, maar over de winstmarge (het verschil tussen de verkoopprijs en de inkoopprijs). Het gebruik van de margeregeling is niet verplicht; er kan ook gekozen worden voor de normale BTW-regeling.

Voorwaarden voor toepassing
Voor toepassing van de margeregeling moet worden voldaan aan twee hoofdvoorwaarden:
1. De ondernemer is wederverkoper van gebruikte goederen die bestemd zijn om, eventueel na reparatie of renovatie, te worden hergebruikt. Als dit niet meer mogelijk is, dan is de margeregeling niet van toepassing. Omgesmolten sieraden kwalificeren daarom niet voor de margeregeling, net zo min als onbewerkte edelmetalen.
2. De ondernemer koopt de goederen van leveranciers die geen BTW in rekening brengen, meestal particulieren dus.

BTW berekenen en margeregeling
Bij toepassing van de margeregeling brengt de ondernemer geen afzonderlijke BTW in rekening, die is begrepen in de verkoopprijs. Om de BTW onder de margeregeling te kunnen vaststellen, moet dus uitgerekend worden hoeveel BTW er in de verkoopprijs zit.

De verschuldigde BTW wordt als volgt berekend:
1. Eerst per artikel de winstmarge inclusief BTW berekenen. Hiervoor de verkoopprijs verminderen met de inkoopprijs. Is de uitkomst negatief, dan de winstmarge op nul stellen.
2. Vervolgens bij een positieve marge de BTW die in de winstmarge is begrepen berekenen: 21/121 x de winstmarge bij een tarief van 21% (6/106 x de winstmarge bij een tarief van 6%).

Voorbeeld
Een juwelier heeft in de loop van het jaar van een consument een armband ingekocht voor € 5.000, een collier voor € 10.000 en een ring voor € 1.000. Hij verkoopt in het laatste kwartaal van het jaar de armband voor € 7.000, het collier voor € 9.000 en de ring voor € 1.500.

De winstmarge inclusief BTW bedraagt:
Ring: € 2.000 (€ 7.000 – € 5.000)
Collier: € 0 (€ 9.000 – € 10.000 = negatief)
Armband: € 500 (€ 1.500 – € 1.000).

De totale winstmarge is dan € 2.500. De BTW over de totale winstmarge bedraagt € 433,88 (21/121 x € 2.500). De winstmarge exclusief BTW is dan € 2.500 – € 433,88 = € 2.066,12.

Deze berekening kan voor elke verkoop waarvoor de margeregeling geldt, uitgevoerd worden. De netto-winstmarge en de bijbehorende af te dragen omzetbelasting moet bij vraag 1a op het aangiftebiljet ingevuld worden. In dit voorbeeld: € 2.066 respectievelijk € 434.

Globalisatiemethode
Voor sommige categorieën goederen is het moeilijk om ze individueel van aankoop tot verkoop te volgen. Voor die gevallen bestaat de mogelijkheid om de verschuldigde BTW per aangiftetijdvak te berekenen. Die berekeningswijze staat bekend als de globalisatiemethode. Hiervoor heeft de wetgever enkele categorieën van goederen aangewezen, bijvoorbeeld kunst- en verzamelvoorwerpen en antiek, en ook sieraden. Juweliers kunnen verzoeken de globalisatieregeling te mogen toepassen op sieraden. Dit zal met name ingeval van een negatieve marge voordeliger zijn.

Aandachtspunten
Bij het toepassen van de margeregeling, moet goed gelet worden op:
1. Facturatie
Bij toepassing van de margeregeling is het niet toegestaan om de omzetbelasting apart op de factuur te vermelden. Wel moet op de factuur vermeld staan: bijzondere regeling – gebruikte goederen.
2. Inkoopverklaring
Als een gebruikt artikel wordt aangekocht, moet een inkoopverklaring worden uitgereikt aan degene van wie het goed wordt gekocht. Dit document moet getekend worden door de leverancier/particulier en de volgende gegevens bevatten: de datum van levering, naam en adres van juwelier en leverancier, omschrijving van ingekochte goed, de hoeveelheid ingekochte goederen en het bedrag van de transactie. Bovendien moet de verklaring vermelden dat de wederpartij ter zake van de eerdere levering aan hem geen BTW in aftrek heeft gebracht. Deze verplichting geldt niet als de juwelier wegens de aankoop minder dan € 500 aan de leverancier is verschuldigd, of als hij wegens gelijktijdige verkoop van een ander artikel toch al een factuur moest uitreiken aan deze leverancier.
3. Administratieve verplichtingen
De margeregeling brengt extra administratieve verplichtingen met zich mee:
– De marge-inkopen moeten gescheiden geadministreerd worden van de overige inkopen.
– De margeverkopen moeten gescheiden geadministreerd worden van de overige verkopen.
– De administratie moet zodanig gevoerd worden dat per artikel de winstmarge vastgesteld kan worden.

Links met meer informatie over dit onderwerp

Wat zijn margegoederen?

Btw berekenen bij margegoederen (btw over de winstmarge in plaats van over de verkoopprijs)

De margeregeling geldt niet voor onbewerkte edele metalen en onbewerkte edelstenen

Bijzondere regels voor specifieke margegoederen

Kiezen voor normale berekening van btw

Aangifte doen bij handel in margegoederen